Met de titel Parijs is een feest (A Moveable Feast) is het laatste werk van Ernest Hemingway in een nieuwe editie verschenen. In de reeks Privé-domein heeft Arie Storm dit boek opnieuw vertaald. A Moveable Feast is het werk waar Nobelprijs-winnaar voor de Literatuur aan werkte tot vlak voor zijn zelfgekozen dood in 1961. Het boek zou in 1964 verschijnen. In één van zijn laatste brieven aan zijn uitgever gaf Hemingway aan dat deze ‘herinneringen’ uit zijn tijd in Parijs niet het niveau hadden dat hij wilde bereiken. De brief is door toedoen van zijn vrouw nooit verstuurd.
Tegenwoordig wordt dit semi-autobiografische werk beschouwd als één van Hemingway’s literaire hoogtepunten naast The Sun also rises, A Farewell to Arms en The Old Man and the Sea. Voor dit laatste boek (als bekroning van zijn oeuvre) ontving hij in 1954 de Nobelprijs.
Parijs is een feest beschrijft het leven van de auteur in het Parijs van de jaren ’20. De jaren na de Eerste Wereldoorlog en voor de Grote Crisis. In Parijs zwerven honderden Amerikaanse, Engelse, Italiaanse en Russische kunstenaars op zoek naar roeping en roem. In de Amerikaanse literatuur staan ze bekend als de ‘Lost Generation’. Tot deze groep behoorde ook John dos Passos, F. Scott Fitzgerald en Gertrude Stein. Het is vooral elkaar ontmoeten, drinken en eten en naar de paardenrennen. Hemingway beschrijft ontmoetingen met James Joyce, het echtpaar Fitzgerald en Stein.
In een essay dat aan deze editie is toegevoegd, onthult Hemingway het effect van het schrijven in eerste persoon op zijn lezers: ‘Wat voor leden van de privédetectiveclub van literaire critici bijna altijd mogelijk is, al is het misschien niet eenvoudig, is te bewijzen dat de schrijver van fictie in de eerste persoon onmogelijk alles kan hebben gedaan wat de verteller deed of misschien zelfs helemaal niets daarvan. Wat het belang hiervan is of wat het anders bewijst dan dat de schrijver niet verstoken is van verbeeldingskracht of het vermogen om iets te verzinnen, heb ik nooit begrepen.’ Kortom: Hemingway speelt met zijn lezer.
In het nawoord van Gustaaf Peek op deze editie, doet hij uit de doeken dat later biografisch onderzoek naar één van de grote literatoren veel uit deze ‘autobiografie’ met korrels zout genomen kan worden. De schets van een arme schrijver is fraai maar niet echt de waarheid. Met Parijs is een feest is een mooi deel toegevoegd aan de almaar uitdijende reeks van De Arbeiderspers.
No comments yet.